Stotteren, broddelen en spreekangst

Sinds 1984 werk ik met mensen die stotteren en/of broddelen en met spreekangst; eerst in het onderwijs en vanaf 1988 in de vrije vestiging. Ik werk met jonge kinderen en hun ouders, basisschoolkinderen, jongeren en volwassenen (alle leeftijden).

Stotteren en broddelen geven verstoringen in de vloeiendheid, het ritme en de melodie van de spraak.
Bij stotteren kunnen er onder andere haperingen, herhalingen, verlengingen en blokkades optreden. Spreken kan met veel spanning gepaard gaan.
Bij broddelen gaat het onder andere om de spreeksnelheid die onregelmatig of te hoog is.

Stotteren
Bij stotteren is het vloeiende verloop van het spreken verstoord. Klanken of lettergrepen worden herhaald of verlengd. Soms worden ze er met veel spanning uit geperst. Daarnaast kunnen bij het stotteren begeleidende symptomen voorkomen. Voorbeelden zijn meebewegingen in het gezicht en van lichaamsdelen, verstoring van de adem, transpireren en spanning. Naast deze zichtbare en hoorbare symptomen zijn er ook verborgen symptomen. Vermijden van situaties, bepaalde woorden of klanken omzeilen, gebrek aan zelfvertrouwen en angst om te spreken. Stotteren kan de communicatie ernstig verstoren.

Broddelen
Als iemand te vaak te horen krijgt ‘wat zeg je’ kan er sprake zijn van broddelen of van broddelsymptomen. Meestal wordt er te snel en/of te monotoon gesproken, worden lettergrepen ingeslikt en wordt er onduidelijk gearticuleerd en/of onduidelijk geformuleerd. Goed verstaanbaar spreken is mogelijk met behulp van therapie.

Broddelen en stotteren gaan soms samen of kunnen op elkaar lijken.

Spreekangst of selectief mutisme
Bij spreekangst is er een hinderlijke angst voor bepaalde spreeksituaties of een overmatige spanning om te spreken. De spreekangst kan gepaard gaan met negatieve gedachten en piekeren. Zwetende handen, trillen, droge mond, bevende stem, onduidelijk articuleren, stil spreken en vermijden van bepaalde situaties kunnen het gevolg zijn van spreekangst. Spreekangst kan leiden tot problemen in het sociaal en professioneel functioneren.

Wanneer deze kenmerken al als kind aanwezig zijn, spreken we van selectief mutisme.
Selectief mutisme wordt gekenmerkt door:
• Niet spreken in specifieke situaties, zoals bijvoorbeeld op school.
• Wel normaal kunnen spreken in situaties waarin je je comfortabel voelt, zoals thuis.
• Het onvermogen om te spreken in bepaalde situaties belemmert het functioneren op school en de omgang met anderen.
• Het bestaat minstens een maand.
• Het wordt niet veroorzaakt door een andere communicatiestoornis (zoals stotteren) of een ontwikkelingsstoornis (zoals autismespectrumstoornis), maar kan er wel mee samen gaan.

Logopedie voor spreekangst of selectief mutisme is maatwerk: ik help om de spreekangst te overwinnen zowel binnen als buiten de logopedische setting, in stappen, afgestemd op wat er specifiek nodig is.

Broddeltherapie
Therapie bij broddelen richt zich vooral op bewustwording van de eigen spraak, uitspraaktraining, training in correct formuleren en ritme- en intonatietraining.

Stottertherapie
Stottertherapie richt zich op het optimaliseren van de capaciteit tot vloeiend communiceren van de persoon die stottert en hierop afstemmen van de eisen die de stotterende persoon aan zijn spreken stelt en de eisen die door de omgeving gesteld worden.

Werkwijze stottertherapie
In het onderzoek wordt in kaart gebracht welke factoren het stotteren uitlokken en/of in stand houden. De capaciteiten van de stotterende persoon die nodig zijn om vloeiend te communiceren (taal, spraak, motoriek en psycho-sociaal functioneren) en de eisen van de persoon die stottert en van zijn/haar omgeving worden bekeken.
Deze capaciteiten worden in relatie gebracht met de ‘eisen’ en dan bekijken we ‘waar’ en ‘hoe’ dit evenwicht verstoord is.

In de behandeling gaan we vervolgens werken aan het optimaliseren van de ‘capaciteiten’ en het afstemmen van de ‘eisen’ hierop met behulp van verschillende methodieken zoals speltherapie en ouderbegeleiding (bij kinderen) en Demands and Capacities Model, Lidcombe-therapie, het karakterstructurenmodel (Lia Tieleman), video- en computeropnames, ontspanningstechnieken, lichaamsgerichte therapie, Counseling, Oraal Motorische Training, spreektechnieken en stottermodificatietechnieken.

Omdat ieder mens uniek is en op zijn/haar eigen manier spreekt en stottert, is het belangrijk om over een variatie aan methodieken te beschikken zodat iedere behandeling ‘op maat’ gemaakt kan worden.

wat is een logopedist-stottertherapeut   wat doet een logopedist-stottertherapeut
(door te klikken op het groene rondje kunt u de bijbehorende folder lezen)

Naast individuele therapie geef ik groepstherapie, ondersteuning bij vroegsignalering, ouderbegeleiding bij (jonge) stotterende kinderen, begeleiding van leerkrachten met betrekking tot stotterproblematiek in de klas, voorlichting over stotteren en broddelen en supervisie voor collegae logopedisten.

Er worden groepsbijeenkomsten voor stotterende volwassenen en jongeren georganiseerd. Er zijn kindergroepen voor kinderen in de leeftijd van 8 tot 12 jaar. Ook wanneer u of uw kind individuele begeleiding heeft bij een collega logopedist, is het mogelijk om deel te nemen aan deze groepen.

Screeningslijst stotteren
Als u als ouder twijfelt over het spreken van uw kind, kunt u met behulp van de screeningslijst voor stotteren nagaan hoe serieus u de haperingen kunt nemen en wat u kunt doen. De lijst kunt u invullen wanneer uw kind tussen 2 en 7 jaar oud is.

NFS Screeningslijst
Vernieuwingen binnen stottertherapie
Samen met mijn collega’s van de kwaliteitskring Stottertherapeuten Noord-Holland heb ik het klinisch werkmodel stotteren (A. Bertens 1993, VSN 2009) en de toelichting op dit werkmodel (VSN, 2009) aangepast door het model en het verhaal naast de huidige kennis over stotteren te leggen. Dit heeft geresulteerd in de ontwikkeling van een kinderwerkmodel, een jongerenwerkmodel, een werkmodel voor volwassenen, een werkmodel voor ouders en twee toelichtingen: één voor volwassenen en één voor kinderen. Het klinisch werkmodel geeft weer hoe bij een zwakke aanleg voor timing van spraak- en taalprocessen stotteren getriggerd kan worden. Door de voorbeelden die in het model genoemd worden kan de persoon die stottert zijn of haar stotteren makkelijker herkennen.

Tijdens de regionale kwaliteitskringbegeleidersdag in Nieuwegein is de winnaar van de verkiezing van het logopedisch kringproduct regio Midden-Nederland bekend gemaakt. Het winnende product is het klinisch werkmodel stotteren geworden, gemaakt door kwaliteitskring Stottertherapeuten Noord-Holland. De Stichting Innovatie Logopedie heeft de prijs uitgekeerd aan de kwaliteitskring.

Voor het vakblad van de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie heb ik samen met twee collega’s een artikel geschreven over de vernieuwing van het klinisch werkmodel. Dit is gepubliceerd in het themanummer over stotteren.

Op de jaarlijkse regiodag voor logopedisten en stottertherapeuten in Noord-Holland heb ik een presentatie gegeven over het vernieuwde werkmodel.

Advies
Wanneer u vragen heeft of ongerust bent kunt u ook een afspraak maken voor een advies.

Second opinion
In het centrum bestaat de mogelijkheid om een second opinion aan te vragen.

Supervisie
Logopedisten uit de regio kunnen supervisie krijgen over de behandeling van hun cliënten die stotteren en broddelen.

Informatie-film
‘Stotteren: Een (korte) animatiefilm’ door Bertrand De Bock.
De film legt in 8 minuten op een heldere manier uit wat stotteren is, waar het vandaan komt en hoe je er het beste op reageert: www.youtube.com/watch?v=0hlB6noblIk.